Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Arnold Heertje was van 1964 tot zijn emeritaat als hoogleraar Staathuishoudkunde verbonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en van 1997 tot en met 2005 ook als bijzonder hoogleraar Economische geschiedenis aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UvA. Heertje kreeg grote bekendheid met zijn schoolboek 'De Kern van de Economie', wat voor generaties leerlingen in het voortgezet onderwijs de eerste kennismaking met de economische wetenschappen was. Voor zijn tijd was het een heel goed leerboek, waar het functionele gebruik van de wiskunde in de economische wetenschap werd geïntroduceerd. Daarmee was het ook een goede start voor een latere studie economie, waardoor Heertje aan de bakermat heeft gestaan van de opleiding van vele economen in Nederland.

De vorming van leerlingen is hem altijd aan het hart gegaan en met zijn stellingname aan het begin van deze eeuw tegen de doorgeslagen hervorming van het middelbare economie onderwijs kreeg hij naderhand het gelijk aan zijn kant. Hij vond dat macro-economie door de waan van de dag was opgeofferd ten faveure van markwerking met haar micro-economische prikkels. Met de financiële crisis van 2008 bleek hoe belangrijk Keynesiaans beleid en de rol van de overheid is en ook nu met de Covid-19 crisis blijkt het belang van de overheid in publieke diensten en gezondheidszorg overduidelijk.

Heertje promoveerde op een proefschrift over de prijstheorie. Die affiniteit kwam ook terug in zijn leerboek. Wetenschappelijke bekendheid kreeg hij met zijn economisch historische werk, waaronder het werk en de brieven van Say, bekend van de zogenaamde Wet van Say: 'Ieder aanbod schept zijn vraag'. Als kind van Joodse afkomst was Arnold Heertje getekend door de oorlog en op zijn manier stond hij voor academische waarden. In een latere fase kreeg hij veel aandacht door zijn onverzettelijkheid bij het toekennen van een voldoende aan een student. Op formele gronden kreeg de student van de examencommissie gelijk maar Heertje vond dat de student niet aan de inhoudelijke voorwaarden had voldaan. Dit leidde tot een rechtszaak en uiteindelijk 'een 6 van de rechter', maar niet van Heertje. Met Arnold Heertje verliest Nederland een markante en eigenzinnige econoom.