Bonger Instituut
Aanleiding voor dit onderzoek is de constatering dat sinds 2009 het aantal csv-onderzoeken meer dan verdubbelde, terwijl het aantal daaruit voortvloeiende opgelegde vrijheidsstraffen veel minder steeg. In het onderzoek staat de aanpak van csv’s centraal. Doel is om meer zicht te krijgen op de aanpak van csv’s (strafrechtelijk, bestuursrechtelijk, fiscaal of anderszins), de resultaten hiervan en voorstellen te doen voor mogelijke verbeteringen in de rapportage. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het WODC.
In dit project worden verschillende groepen gebruikers van stimulerende middelen als amfetamine en MDMA (ecstasy), ex-gebruikers en niet-gebruikers onderzocht. Doel is beter inzicht te krijgen in waarom mensen deze middelen gaan gebruiken, of en hoe zij ermee doorgaan of mee stoppen en waarom mensen die wel in aanraking komen met zulke drugs die niet gaan gebruiken. Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project ‘Attune’ in het kader van Eranid en wordt gedaan in vijf Europese landen. Het Nederlandse deel doet het Bonger Instituut samen met De Regenboog en wordt gesubsidieerd door NWO (ZonMw).
De Wet OM-afdoening geeft de officier van justitie de bevoegdheid om strafbeschikkingen uit te vaardigen in het geval van overtredingen en misdrijven die met maximaal zes jaar gevangenisstraf worden bestraft. De strafbeschikking wordt opgelegd zonder tussenkomst van de rechter. In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie voert de afdeling Strafrecht, in samenwerking met het Bonger Instituut, een evaluatieonderzoek uit naar de Wet OM-afdoening. Het doel van de evaluatie is om te beschrijven of de wet conform de doelstellingen van de wetgever wordt uitgevoerd en welke knelpunten zich in de praktijk voordoen. Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek bestaat uit krijgen van meer inzicht in de veronderstelde werking van de Wet OM-afdoening. Daarnaast zal ook de daadwerkelijke werking van de wet worden onderzocht en worden beoordeeld in hoeverre de praktijk afwijkt van de doelstellingen en de verwachtingen van de wetgever.
Het Bonger Instituut is de coördinator van het NPS-t project, een trans-nationaal onderzoek naar 'New Psychoactive Substances' (NPS). NPS is een snelgroeiende groep psychoactieve middelen. Het onderzoek zal plaatsvinden in zes EU-landen: Duitsland, Hongarije, Ierland, Nederland, Polen en Portugal. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de mate van, en patronen van NPS-gebruik bij drie verschillende groepen gebruikers, het verzamelen van informatie over de toevoer van NPS en het identificeren van marktdynamiek in de NPS-markt.
[Onderzoek afgerond, zie publicatie]
Antenne is een jaarlijks terugkerend onderzoek dat wordt uitgevoerd in samenwerking met De Jellinek. Antenne is een methode om ontwikkelingen op de drugsmarkt en in middelengebruik op de voet te volgen en nieuwe trends tijdig waar te kunnen nemen. De eerste Antenne dateert van 1993. De kern van Antenne is een panelstudie, waarbij tweemaal per jaar (kwalitatieve) interviews worden gehouden met insider-experts. Daarnaast zijn er standaard enkele (kwantitatieve) preventie-indicatoren (telefoonservice, internetvragen, gegevens over partybezoekers, resultaten van testservice). Tevens wordt elk jaar een survey gehouden onder een specifieke doelgroep, afwisselend middelbare scholieren, clubbezoekers, jonge cafébezoekers, coffeeshopbezoekers of probleemjongeren.
Jaarlijks verschijnt een rapport en daarnaast artikelen in wetenschappelijke tijdschriften.
[Doorlopend jaarlijks onderzoek, zie meest recente publicatie]
Dit onderzoek is onderdeel van het IDPSO project: een driejarig internationaal onderzoeksproject naar de impact van verschillende juridische constructies omtrent drugs op de samenleving in zeven landen: Portugal, Frankrijk, Italië, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië. De verschillende landen hebben een andere kijk op wat strafbaar is omtrent drugs en daarom ook een ander drugsbeleid. De productie, distributie en het gebruik van drugs hangt onder andere af van het drugsbeleid in het land. Het doel van het onderzoek is om bij te dragen aan het debat over drugsbeleid door de relatie tussen het drugsbeleid van de landen en de belangrijkste sociale indicatoren te onderzoeken. Dit wordt gedaan door de toepassing van een baanbrekende comparatieve, juridische onderzoekstechniek (leximetrics), ondersteund door de visie op nationale wetgeving en beleidsplannen omtrent drugs van relevante betrokkenen. Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door ERANID (European Research Area Network on Illicit Drugs).