Bonger Instituut
In an increasingly diversifying society, public space is the quintessential social realm where members of that diverse society meet each other. Thus space is shared, whilst norms regarding that space are not always shared. In this article a frame is offered to scrutinize the working of law in action in public space, by applying the conceptual triad of spatial thinker Lefebvre to understand how law is “produced”. It argues that how law is perceived in action is pivotal to understanding how law works in action. Moreover, it discusses the possible ramifications of the perception of law in action for how the legal system as a whole is perceived.
Chevalier, D.A.M. (2016) “The production of law”: Law in action in the everyday and the juridical consequences of juridification. Recht der Werkelijkheid 37(3): 116-133.
[DOI: 10.5553/RdW/138064242016037003007]
The term evidence-based policy has become a formulaic expression in contemporary governance speak, including in the realm of drug policy. The term suggests the presumption of scientific objectivity versus subjective opinions. This chapter argues that the production, selection, and interpretation of evidence is a normative process.
Chevalier, D.A.M. (2016) Truth or tale? The production, selection, and interpretation of evidence informing municipal policy on public use of soft drugs. In: O'Gorman, A., Potter, G.R. & Fountain, J. (Eds.) Evidence in European social drug research and drug policy. Lengerich: Pabst Science Publishers.
Dit rapport bevat de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van het Amsterdamse sluitingsbeleid voor coffeeshops in stadsdeel Centrum in de afgelopen jaren en voor de huidige situatie. Ook worden de te verwachten consequenties besproken voor het geval van meer sluitingen en/of kortere openingstijden vanwege het afstandscriterium.
Korf, D.J., Liebregts, N. & Nabben, T. (2016) Waterbed, drukte en overlast. Effecten Sluitingsbeleid Coffeeshops in Amsterdam-Centrum. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
De Flevomonitor is een jaarlijks onderzoek naar trends in aantallen en profiel van geregistreerde verslaafden, dak- en thuislozen, slachtoffers en plegers van huiselijk geweld in de provincie Flevoland. Hierin worden systematisch registratiegegevens van verschillende instanties (zoals zorginstellingen en politie) verzameld, gekoppeld en geanalyseerd.
Benschop, A. & Korf, D.J. (2016) Flevomonitor 2015. Verslaving, dak- en thuisloosheid en huiselijk geweld in Flevoland.Amsterdam: Bonger Instituut.
Met dit onderzoek wordt beoogd de gevolgen in kaart te brengen van de voorgenomen wijziging van de verdenkingscriteria voor toepassing van opsporingsbevoegdheden en vrijheidsbenemende dwangmiddelen. Met ‘gevolgen’ worden de effecten van de wijzigingen voor de effectiviteit van de opsporing bedoeld. Die toekomstige effectiviteit is in het onderhavig onderzoek beoordeeld in kwantitatieve en in kwalitatieve zin.
Om de gevolgen van de voorgenomen wetswijziging voor de effectiviteit van de opsporing zo goed en zo volledig mogelijk in kaart te brengen is nagegaan welke opsporingsbevoegdheden en vrijheidsbenemende dwangmiddelen ten gevolge van de voorgenomen wijzigingen niet meer kunnen worden toegepast bij de opsporing van de voor dit onderzoek geselecteerde misdrijven, en is aangegeven of dit volgens personen die betrokken zijn bij de opsporingspraktijk (medewerkers van politie en officieren van justitie) zal leiden tot gebrek aan effectiviteit in de opsporing.
Abels, D., Benschop, A., Blom, T., Jonk, J. & Korf, D.J. (2016) Vereenvoudiging Verdenkingscriteria. De gevolgen van de voorgenomen wijziging van de verdenkingscriteria voor de opsporingspraktijk. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Dit onderzoek betreft een evaluatie van supersnelrechtprocedures in Nederland. Van supersnelrecht is sprake indien een zaak binnen de termijn van de inverzekeringstelling (maximaal 3 dagen) inhoudelijk ter zitting wordt behandeld. Het uitgangspunt is daarbij dat voorlopige hechtenis wordt bevolen en indien een vrijheidsstraf wordt opgelegd, deze aansluitend wordt uitgezeten. De voorwaarde is dat de verdachte afstand doet van de geldende dagvaardingstermijn voor politierechterzaken van 3 dagen.
De centrale vraagstelling van het onderzoek is: Hoe functioneert het instrument supersnelrecht in de verschillende arrondissementen in Nederland en welke mogelijkheden zijn er voor de verbetering van de toepassing ervan?
Van Weerden, M., Benschop, A., Liebregts, N., Blom, T. & Korf, D.J. (2016) Evaluatie Supersnelrecht. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Nabben, T. & Korf, D.J. (2016) Drugs in rurale gebieden: GHB-gebruik en -handel op het Nederlandse platteland. Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit (6) 2, 59-78.
[DOI: 10.5553/TCC/221195072016006002005]
In Antenne 2015 worden trends in het Amsterdamse uitgaansleven en de daarmee samenhangende ontwikkelingen in middelengebruik beschreven aan de hand van een panelstudie en een survey onder coffeeshopbezoekers.
Het hoofdstedelijke uitgaansleven bloeit, met nieuwe clubs, nieuwe cafés en steeds meer festivals. Onder trendsetters in het uitgaansleven is het gebruik van alcohol en drugs nog steeds hoog, maar er is wel sprake van een stabilisering.
In coffeeshops zijn alcohol en harddrugs taboe. Maar deze middelen worden wel in andere uitgaansgelegenheden en thuis gebruikt. Ecstasy is de populairste uitgaansdrug. Het gebruik van ecstasy en andere uitgaansdrugs is overwegend recreatief en geen gewoonte.
Naast trendsetters en uitgaanders, gaat Antenne 2015 over kwetsbare buurtjongeren in Amsterdamse volkswijken. Hun middelengebruik draait vooral om veel blowen.
Nabben, T., Benschop, A. & Korf, D.J. (2016) Antenne 2015. Trends in alcohol, tabak, en drugs bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Van Ooyen-Houben, M.M.J, Bieleman, B. & Korf, D.J. (2016) Tightening the Dutch coffee shop policy: Evaluation of the private club and the residence criterion. International Journal of Drug Policy, 31: 113-120.
[DOI: 10.1016/j.drugpo.2016.01.019]
Voor zijn proefschrift interviewde Alberto Oteo Pérez 1 039 frequente crackgebruikers binnen en buiten de verslavingszorg in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Doel van zijn promotieonderzoek was het beschrijven van de belangrijkste kenmerken van stedelijke frequente crackgebruikers, het schatten van de omvang van de stedelijke bevolking van frequente crackgebruikers in de drie grootste steden in Nederland, het bepalen van hun betrokkenheid bij criminaliteit, in het bijzonder drugshandel, en ten slotte het verkrijgen van inzicht in hun (initiële) belangstelling voor en bereidheid tot deelname aan farmacologische behandeling.
Oteo Pérez, A. (2016) Urban crack users in The Netherlands: Prevalence, characteristics, criminality and potential for new treatments. Amsterdam: Bonger Instituut, Universiteit van Amsterdam.
In het afgelopen decennium heeft het gebruik van GHB zich vanuit de Randstad verspreid naar het platteland. De politie op het platteland wordt geconfronteerd met lokale handel in GHB en aan GHB-gebruik gerelateerde problemen op het terrein van gezondheid, openbare orde en criminaliteit. Overdosering (coma) is eerder regel dan uitzondering en vindt vooral plaats binnenshuis, maar ook wel in de openbare ruimte en in het verkeer. De problematiek is over verschillende regio’s verspreid, maar concentreert zich vooral in bepaalde gebieden en kernen (‘brandhaarden’) in het Noorden, Oosten en Zuiden van het land.
Nabben, T. & Korf, D.J. (2016) Politie en GHB-problematiek op het platteland. Apeldoorn: Politie & Wetenschap.