Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
“De UvA wil als brede, toonaangevende universiteit een waardevolle bijdrage leveren aan wetenschap en de aanpak van complexe, maatschappelijke vraagstukken”, vertelt collegevoorzitter Geert ten Dam. “Dit kunnen we niet alleen. Daarvoor is samenwerking nodig, binnen de UvA, maar zeker ook met externe partners.” Hoe kom je tot samenwerking? En hoe versterk je elkaar? Deze vragen stonden centraal tijdens het Inspiring Generations-event op 20 maart.
Video-impressie van Inspiring Generations-event
Video-impressie van Inspiring Generations-event

Op 20 maart vond op het Amsterdam Science Park in LAB42 de tweede editie plaats van het Inspiring Generations-event. 135 vertegenwoordigers van het College van Bestuur, faculteiten, diensten en gelieerde organisaties bespraken de ambities en initiatieven uit het Instellingsplan van de UvA. Het doel van dit event is om de kennis, betrokkenheid en bijdrage van het seniormanagement aan de strategische koers van de UvA te versterken en om onderlinge samenwerking te faciliteren. 

Omdat tijdens dit event onderwerpen zijn besproken die ook belangrijk zijn voor medewerkers en studenten die niet aanwezig konden zijn, vind je hier een samenvatting van wat besproken is. 

Themagerichte samenwerking 

De bijeenkomst werd geopend door collegevoorzitter Geert ten Dam. Zij vertelde over de bijdrage die wetenschap kan leveren bij vraagstukken als duurzaamheid, gezondheid, digitalisering en rechtvaardigheid. “Dat vereist allereerst wetenschappelijke vernieuwing”, aldus Geert. “Onze unieke positie als brede voorhoedespeler stelt ons bij uitstek in staat om bij te dragen. Maar dat kunnen we niet alleen: samenwerking binnen de UvA, maar ook met externe partners, is heel belangrijk.”  

In het Instellingsplan is de themagerichte benadering vormgegeven rond vier interdisciplinaire thema’s: verantwoorde digitale transformaties, gezonde toekomst, een veerkrachtige, rechtvaardige samenleving, en duurzame welvaart. “We hebben tijd nodig gehad om op stoom te komen, maar we zien dat medewerkers van verschillende faculteiten elkaar steeds beter weten te vinden. Het UvA Sustainability Platform, dat onder meer maandelijks een ‘Get-together’ organiseert, is hiervan een mooi voorbeeld.” 

Amsterdam AI-coalitie 

Maar hoe kom je tot samenwerking? Als voorbeeld vertelt Geert over de Amsterdam AI-coalitie. “Drie jaar geleden hebben we de handen ineen geslagen. Dat is begonnen met maandelijkse ontbijtsessies en is nu stevig verankerd in een Amsterdamse AI-samenwerking. Op basis van onderling vertrouwen en elkaar ‘wat gunnen’ zijn er nu consortia gevormd in samenwerking met de gemeente, ministeries en het bedrijfsleven. Ook de opening van LAB42 vorig jaar is een stap die de ambities en mogelijkheden van samenwerking markeert. We blijven doen waar we goed in zijn, maar om meer impact te realiseren, trekken we samen op en vormen we bredere coalities. Maar dan moeten we die coalities wel zichtbaar maken”, stelt Geert. “Zodat de buitenwereld ziet wat we doen en partners naar ons toe komen, wat ook weer nieuwe samenwerkingen genereert.”  

Hoe kom je tot samenwerking? 

Geert vertelt uit eigen ervaring dat samenwerking vaak letterlijk begint met elkaar opzoeken en verkennen hoe je elkaar kunt versterken. “Je moet gewoon naar mensen toe. Weet ook dat er hulp beschikbaar is vanuit IXA. Business developers kunnen enorm helpen bij het zoeken van contacten en het ontwikkelen van samenwerkingen. We hebben twee weken geleden in het College besloten om een miljoen euro per jaar vrij te maken voor het beter ondersteunen van valorisatie.” 

Geert ten Dam
Bekijk het openingswoord van Geert ten Dam (video)

Ervaringen Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI) 

De tweede spreker is Maarten de Rijke, universiteitshoogleraar AI en Information Retrieval, tevens gastheer namens LAB42. Hij vertelt dat de UvA sinds halverwege jaren 80 actief is op het gebied van data science en AI, maar dat zich rond 2014 een probleem voordeed: “Als AI straks in alle haarvaten van de maatschappij zit, hoe zorgen we er dan voor dat we zelf voldoende kunnen sturen?” Dit is belangrijk omdat grote verschuivingen rond AI vooral in handen waren van grote tech-bedrijven.  

“Om dit probleem aan te pakken heb je drie dingen nodig”, vertelt Maarten: “Gedeeld eigenaarschap, zodat de mensen die beïnvloed worden door technologie ook invloed hebben op deze technologie; je moet menselijke intelligentie niet vervangen maar ondersteunen, en je moet zorgen dat je verschillende soorten ‘stemmen’ aan boord hebt. Dit doen we bij het Innovation Center for Artificial Intelligence met een ecosysteem van labs.” Inmiddels zijn er 47 labs met 300+ promovendi en meer dan 140 partners. Deze helpen om talent naar Nederland te halen en te behouden, talent dat werkt aan gedeelde onderzoeksagenda’s die we verbinden aan start-ups. 

Maarten besluit met de geleerde lessen. “Het gaat niet om transacties maar om transformaties. Het opzetten van samenwerking kost jaren. Dit vraagt geduld. Geef eigenaarschap, heb vertrouwen en over-investeer in communicatie”, aldus Maarten. “Maar het belangrijkste is: aan de slag!”

Maarten de Rijke aan het woord
Bekijk de bijdrage van Maarten de Rijke

Instellingsplan leeft steeds meer 

Erik Boels, verantwoordelijk directeur voor de implementatie van het Instellingsplan (IP), schetst waar we staan nu we twee jaar bezig zijn met implementeren. “In die tijd hebben we grote stappen gezet om ervoor te zorgen dat we het IP voor elkaar gaan krijgen. We hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de IP-ambities bij heel veel medewerkers en leidinggevenden bekend zijn. Bij alle faculteiten en diensten zie je dat de IP-ambities leven. Ze komen terug in de digitale agenda, het HR-programma, de uitwerking van de thema’s, facultaire strategische plannen en verder op heel veel plekken in de uitvoering en de gesprekken bij de UvA.” 

Bestuurlijke prioriteiten 

“Samen met de decanen bepaalt het College van Bestuur jaarlijks bestuurlijke prioriteiten voor het IP; onderwerpen waarnaar extra aandacht moet uitgaan. Net als vorig jaar, besteden we extra aandacht aan interfacultaire, themagerichte samenwerking”, vertelt Erik. “Daarnaast zijn er dit collegejaar drie nieuwe bestuurlijke prioriteiten: het versterken van recruitment en retentie, het uitbouwen van het technologisch profiel van de UvA en het middels een programmatische aanpak verbeteren van de interne dienstverlening.“ Bezoek regelmatig de webpagina over het instellingsplan om op de hoogte te blijven van nieuws over deze bestuurlijke prioriteiten. 

Resultaten Instellingsplan worden zichtbaar 

Erik: “Het is belangrijk dat we komend jaar de eerste vruchten van het implementeren van het IP gaan plukken. Collega’s die elkaar over de grenzen van faculteiten heen weten te vinden, nieuwe partners om mee samen te werken, meer ruimte voor ondernemerschap en betere interne dienstverlening. Sommige ambities zijn al gerealiseerd, andere staan op het punt van afronden. Bij de mid-term review over het instellingsplan, die voor het einde van het jaar op de rol staat, worden de eerste resultaten zichtbaar en bekijken we waar het IP en de implementatie kunnen verbeteren. We hebben genoeg geld gereserveerd om de belangrijkste IP-ambities voor elkaar te krijgen, zoals de themagerichte samenwerking en – in het verlengde daarvan – het interfacultaire onderwijs.”

Erik Boels aan het woord
Bekijk de bijdrage van Erik Boels

Maatschappelijke problemen multidisciplinair aanpakken 

Keynote-spreker Wiro Niessen, decaan van UMC Groningen, deelt zijn ervaringen met samenwerkingen bij het Erasmus MC, TU Delft en Health-RI. “De toekomst van gezondheid is echt wel een complex probleem. Ik was altijd heel erg technology-driven, maar uiteindelijk is het heel erg belangrijk om al die dingen terecht te laten komen bij mensen. Als je uiteindelijk impact wil maken, dan moet je disciplines dus bij elkaar brengen. Dan praat je niet alleen over samenwerking binnen instellingen, maar dan moet je echt gaan nadenken over samenwerkingen tussen instellingen.  

Dat begint met een groot maatschappelijk probleem waarmee je je kan verbinden en waarvan je weet dat je dit niet kunt oplossen binnen de eigen discipline. Als je multidisciplinaire onderzoeksgroepen maakt, als je elkaar ontmoet en vaak met elkaar spreekt, dan kan ongelofelijk veel gebeuren, dan krijg je enorm veel vernieuwing. En dat kost heel veel tijd en het duurt heel lang voordat je elkaars taal spreekt, maar dit is wel wat we met elkaar moeten gaan bereiken. En dan realiseer je je dat je soms technology-driven heel mooie plannen maakt, maar als je niet echt gaat bedenken ‘wat is nou eigenlijk het fundamentele probleem in deze samenleving?’ dan gaan dat soort oplossingen niet eens landen.” 

Belang van onderwijs en valorisatie 

“Je moet daarbij niet alleen aan onderzoek denken maar ook aan onderwijs en valorisatie: hoe brengen we wat we doen bij de burger of patiënt? Vaak zie je een negatieve annotatie rond samenwerking met bedrijven en dat ligt terecht vaak onder het vergrootglas. Maar bijna alles wat we doen, komt niet bij de burger zonder samen te werken met bedrijven. Dus ik denk dat als wij onze maatschappelijke taak willen realiseren, wij op een goede manier met private partners moeten samenwerken. Dat moet je ook durven uitleggen, daar moet je ook voor staan.” 

Een beetje multidisciplinair 

“Heel belangrijk is het intensiveren van multidisciplinaire teams. Vaak doen we dat wel, maar maar een klein beetje. Je krijgt geld op het moment dat je een multidisciplinair project runt, maar vaak zijn de mensen in zo’n project nog steeds verantwoording verschuldigd in hun lijn. Daarmee ben je het niet echt op lange termijn aan het intensiveren. Daar moet je heel erg voor uitkijken, want anders ga je toch alleen de mensen stimuleren die binnen de gebaande paden carrière maken.” 

Alleen combinatie top-down en bottom-up werkt 

“Het belangrijkste is: gewoon beginnen. Wacht niet op de grote plannen, maar ga gewoon direct aan de slag om mensen bij elkaar te brengen. Dingen die werken zijn een combinatie van iets dat bottom-up ontstaat, omdat we denken ‘dat is goed’, en wat top-down echt ondersteund wordt, zodat de mensen die dat neerzetten het mandaat krijgen om het ook uit te voeren. De les die ik zelf geleerd heb in de samenwerking tussen TU Delft en het Erasmus MC is: als het alleen top-down is gebeurt er niks, alleen bottom-up gebeurt er niks; je moet die twee met elkaar combineren.” 

Wiro Niessen aan het woord
Bekijk de bijdrage van keynote-spreker Wiro Niessen

Hoe kan de UvA optimaal maatschappelijk bijdragen? 

Het Inspiring Generations-event werd inhoudelijk afgesloten met een paneldiscussie onder leiding van Rector Magnificus Peter-Paul Verbeek. Hij vroeg de panelleden onder meer hoe de UvA optimaal kan bijdragen aan de aanpak van maatschappelijke vragen. 

Claes de Vreese, Universiteitshoogleraar AI and Society, wijst erop dat de maatschappij vaak roept om kant-en-klare antwoorden op vragen als ‘moet je TikTok verbieden?’. Hij pleit voor een differentiatie tussen op korte termijn delen ‘dit is wat we nu weten’ en tegelijkertijd werken aan een model, zodat we geen veredelde consultancy worden. Bram Orobio de Castro, hoogleraar Orthopedagogiek, vult aan dat bijvoorbeeld in de jeugdhulpverlening het beleid bepaald wordt door de waan van de dag. “Het is belangrijk om samen te werken aan een systeem dat blijft leren, dus om maatschappelijke processen zo in te richten dat er een lerend vermogen inzit.” 

Tessa Trapp, voorzitter van de Centrale Studentenraad, benadrukt dat het belangrijk is om bij de aanpak van maatschappelijke issues alle stakeholders te betrekken, waaronder studenten: “I think that students should definitely be included in all these questions, because they often have a very different perspective on these issues. We’re often the people who experience the policies and projects, so I think it’s very important to include this perspective.” 

André Nollkaemper, decaan FdR, gelooft in het belang van outside-in-denken, maar ziet ook een risico: “Uiteindelijk moeten we ook vanuit onze eigen kracht en onze eigen agenda blijven denken. Dat is steeds de verbinding die we moeten vinden tussen de breedte en de diepte van de UvA.” 

Hoe stimuleren we interdisciplinaire samenwerking? 

Interdisciplinair samenwerken begint bij elkaar vinden. “De UvA is zo groot dat mensen elkaar niet kunnen vinden op één thema”, vertelt Agneta Fischer, decaan FMG. “We zouden iets kunnen doen om te zorgen dat beter zichtbaar wordt waar mensen aan werken. En als mensen dan eenmaal samenwerken, moeten we goed reflecteren en evalueren hoe die interdisciplinaire samenwerking verloopt.” Haar pleidooi voor een fysieke plek waar mensen kunnen samenwerken, vindt bijval. André Nollkaemper: “Je moet ontmoetingen creëren. Dit hele proces staat of valt bij elkaar leren kennen, luisteren en het gesprek aangaan. Dat moet je actief faciliteren want het gaat niet vanzelf.” 

Claes de Vreese wijst erop dat dit ook in het aannamebeleid moet terugkomen: “Het kan niet zo zijn dat we als UvA investeren in interdisciplinariteit en dan bij de selectie van docenten investeren in disciplinariteit”. Bram Orobio de Castro vult aan dat dit ook voor onze opleidingen geldt: Het zou mooi zijn als we ook studenten breder toegang geven om bij elkaars disciplines te shoppen, ook bij studies die minder voor de hand liggen. Ook het onderwijs moet interdisciplinariteit uitstralen.” 

Paneldiscussie video
Bekijk de paneldiscussie

Contact 

Ga voor meer informatie naar deze pagina over de strategie van de UvA. Heb je vragen over het Inspiring Generations-event of het Instellingsplan, of ideeën die je wil delen? Stuur dan een e-mailbericht naar instellingsplan@uva.nl